Nog maar drie AAA-landen in de eurozone
Week 48 – 25 t/m 29 december 2013
En toen waren er nog maar drie …
De downgrading door S&P van Nederland naar AA+ heeft vooral geruststellend commentaar opgeleverd in de Nederlandse pers. Hoewel er nog maar drie AAA-landen in de eurozone zijn –Duitsland, Finland en Luxemburg – zullen de financiële gevolgen voor de Nederlandse staatshuishouding beperkt zijn.
Op 13 januari 2012 viel Frankrijk uit de elite-boot van de AAA-landen: Een klap voor het Franse zelfvertrouwen. Maar de gevolgen voor de Franse kapitaalmarktrente bleven beperkt. In onderstaande grafiek is het verschil in rendement voor tienjarige staatsleningen van Duitsland en Frankrijk weergegeven.
Er is eenvoudig af te lezen dat het verschil sinds begin 2012 zelfs is afgenomen.
Toen in april van dit jaar de minderheidsregering van Mark Rutte door het wegvallen van de PVV-gedoogsteun wegviel, heb ik een berekening gemaakt wat een downgrading Nederland aan extra rentebetalingen op de staatsschuld zou kosten. De conclusie dat op termijn de rentekosten zouden kunnen toenemen, was wat voorbarig in het licht van bovenstaande ontwikkeling van het Duits-Franse rente-écart.
Onderstaande grafiek geeft de Duitse en Nederlandse tienjaarsrente weer en het verschil.
Er is met nog maar drie AAA-landen te weinig “AAA-papier” in euro’s beschikbaar voor beleggers in de eurozone. Vanuit een oogpunt van spreiding zal er meer dan voldoende vragen blijven naar leningen van “mindere staatsdebiteuren”.
Tenzij de begroting verder uit de hand loopt, lijkt Nederland zich wat betreft de financiering van de staatsschuld niet druk te hoeven maken.
En daarmee zal de discussie over het juiste economisch beleid weer op de voorgrond komen. We hadden overigens kunnen weten dat het tekortbeperkende beleid van Nederland niet in smaak zou vallen bij S&P. Deze rating agency zei al bij de brede aanpassing van de rating in januari 2012: “As such, we believe that a reform process based on a pillar of fiscal austerity alone risks becoming self-defeating, as domestic demand falls in line with consumers’ rising concerns about job security and disposable incomes, eroding national tax revenues “.